Vertalingen zich voordoen NL>EN
zich voordoen (ww.) | to act ; to announce ; to appear ; to happen ; to occur ; to pass ; to pose ; to take place |
zich voordoen | attitudinize ; emerging ; get up ; put on airs ; rise ; stand ; stand up |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; MWB
Voorbeeldzinnen met `zich voordoen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gebeurenNL: in aantocht zijnNL: plaats hebbenNL: voorkomenNL: zich aandienenNL: zich afspelenAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: attitudinise US-spelling: attitudinize |